Tilburg fietst

Lange tijd was Tilburg dé fietsstad van Nederland met een wereldwijde uitstraling. Bezoekers uit alle windstreken, tot Japan aan toe, bezochten Tilburg om Het Rode Fietspad te bewonderen. Het was de tijd waarin veel steden voor de auto kozen en het fietsgebruik in de landen om ons heen dramatisch daalde. Tilburg was één van de inspirerende steden in Nederland die werkte aan een fietsnetwerk. Bijna 10 jaar geleden scoorde Tilburg opnieuw hoge ogen met een fietsplan waarin ruimte was voor promotie gericht op specifieke doelgroepen, als aanvulling op de infrastructuur. Om vlak daarna als één van de eerste gemeenten een plan te presenteren dat zich richtte op het fietsparkeren. Een deel van de plannen is inmiddels uitgevoerd. Het fietsnetwerk wordt steeds verder aangelegd en we hebben gratis stallingen in de binnenstad. Toch hebben we niet meer de uitstraling van de fietsstad die we ooit waren. Dat komt door keuzes die er in Tilburg gemaakt zijn op het gebied van verkeer en door de veranderende wereld om ons heen.

Tilburg heeft er voor gekozen om de doorstroom van het autoverkeer leidend te laten zijn in keuzes bij functie en ontwerp van de weg; niet alleen op de ringbanen. Dit heeft er toe geleid dat het autoverkeer op de Cityring en de Burgemeester Broxlaan 50km/uur mag rijden en er gescheiden paden zijn voor fietsers. Het heeft ook geleid tot het creëren van te weinig oversteek plekken voor fietsers en voetgangers, omdat dat soort plekken de doorstroom zouden verminderen. Met als gevolg dat de Cityring een racebaan geworden is en oversteken een hachelijke zaak is. Fiets eens vanaf de Oude Markt naar de bibliotheek op het Koningsplein. De oversteekplaats is niet ingericht voor fietsers die vanaf de Oude Markt komen. Enkele tientallen meters naar links is er wel een oversteekplaats, maar daarvoor moet je eerst tegen het fietsverkeer in rijden. Of je slaat rechtsaf, moet dan op een bepaald moment oversteken en op het fietspad aan de overkant terug rijden. Of kom via de rolband de Heuvel fietsenkelder uit en probeer richting Besterdring te fietsen. Eerst moet je tientallen meters tegen het fietsverkeer in om vervolgens op een onduidelijke plek over te steken. Of je volgt eerst netjes het fietspad in zuidelijke richting, wacht bij het verkeerslicht op de kruising met de Korte Heuvel, steekt daar bij groen over en rijdt dan terug op het fietspad aan de overkant richting Besterdring. In een fietsstad wil je fietsers en voetgangers in de binnenstad geen honderden meters om laten rijden of lopen. In zo’n stad koester je ze omdat je weet dat dat je vaste klanten zijn.

Werkzaamheden in de binnenstad

Een ander actueel pijnpunt zijn de keuzes die gemaakt worden bij werkzaamheden. Er wordt niet gedacht vanuit fietsers en voetgangers, die qua reistijd en gebrek aan comfort al snel de meeste overlast hebben. De bewegwijzering klopt niet, is onduidelijk of onlogisch; de informatievoorziening en communicatie zijn volstrekt ontoereikend. Ik heb online niet kunnen vinden wat de planning van de werkzaamheden is en welke routes ik het beste een tijdje kan vermijden. Ik vind slechts halve informatie over hoe ik nu het beste mijn fiets kan parkeren bij het station; er wordt gepraat over het ruimen van fietsen, maar niet genoemd dat ik beter 10 minuten extra kan uittrekken omdat ik ver naar de ingang van het station moet lopen. In deze categorie valt ook de keuze om 2 van de 3 tunnels onder het spoor door tegelijk af te sluiten, de levensgevaarlijke situatie die precies het weekend voor het einde van de zomervakantie ontstond op de kruising Gasthuisring – Spoorlaan en het nog steeds voortdurende probleem bij basisschool De Elzen. Door al te denken vanuit fietsers en voetgangers aan het begin van het traject kan er veel ergernis en onbegrip voorkomen worden. Mensen snappen best dat er soms overlast is, maar wanneer de veiligheid in het gedrang is en er niet gecommuniceerd wordt of negatief gecommuniceerd wordt, dan strijk je ze tegen de haren in.

Daarmee komen we meteen op het punt van de veranderende wereld om ons heen. Waar je jaren terug nog hoge ogen scoorde met fietspaden en stallingen alleen, moet je tegenwoordig toch wel wat meer uit de kast halen om met recht een fietsstad te zijn. ’s Hertogenbosch werd in 2011 door de fietsersbond gekozen tot fietsstad. Eindhoven is in de race voor fietsstad 2014 en scoort momenteel hoge ogen met de Hovenring (een mooi verlichte, opgehoogde rotonde). En Helmond was onlangs het toneel van zowel het Nationale als het Internationale Fietscongres. Bestuurders van deze steden laten de wereld zien dat zij fietsers serieus nemen en zij dragen daarmee naar de inwoners en daarbuiten, een positieve boodschap uit. We weten inmiddels dat zo’n positieve boodschap veel effectiever is dan een folder of poster met de kreet ‘Tilburg fietst’.

Het goede nieuws is dat er in de basis in Tilburg nog steeds veel ingrediënten zijn om weer een echte fietsstad te worden. Het is tijd dat er weer meer meegedacht gaat worden met fietsers en hun specifieke behoeften en dat de doorstroom van het autoverkeer niet de enige leidraad is. Daarnaast moeten er plannen komen voor een nieuwe Tilburgse vorm van promotie die uitgaat van het verrassen, verwennen en verleiden van mensen en ons fietsicoon, Het Rode Fietspad, weer op de kaart zet.

Het rode fietspad in Tilburg
Het rode fietspad in Tilburg

 

Dit artikel verscheen in het Brabants Dagblad als opiniestuk, op 1 december 2013

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.