Rotonde Philips Vingboomstraat – Jan Heijnstraat

Als FietsForum Tilburg zijn wij blij om te zien dat de gemeente de voorrangssituatie rondom rotondes wil aanpakken. Om een volwaardige voorrangssituatie voor fietsers bij rotondes te realiseren, zijn aanpassingen aan rotondes nodig om hier ruimte voor te maken. In de situatie rondom de Philips Vingboonsstraat is die ruimte gecreëerd. Tegelijkertijd denken wij dat de gemeente hier heeft geprobeerd om spookrijdend fietsverkeer op een deel van de rotonde te faciliteren. Ook wil zij daarmee automobilisten attenderen dat er in twee richtingen gereden kan worden. Als FietsForum constateren wij dat het stuk waar tweerichtingsverkeer mogelijk is, te krap is vormgegeven. Daardoor zijn conflicten met tegemoetkomend verkeer niet eenvoudig te ontwijken. Daarnaast kan er precedentwerking ontstaan voor het fietsverkeer op de rest van de rotonde om ook daar tegen het verkeer in te rijden. Dat alles kan tot onnodige conflicten leiden die voorkomen dienen te worden. Na een gewenningsperiode zal moeten blijken hoe de nieuwe situatie door fietsers en automobilisten wordt gebruik en of aanpassing opnieuw nodig blijkt.

Situatie

De nieuwe situatie op deze rotonde is een consequentie van de reconstructie van het kruispunt van de Jan Heijnstraat met de burg. Brokxlaan. Er is gekozen om tussen dit kruispunt en de rotonde een tweerichtingenfietspad aan de westzijde aan te leggen; waarschijnlijk om het conflict op de Jan Heijnstraat tussen fietsers en het AH-parkeerterrein in- en uitrijdende auto’s op te heffen. Een begrijpelijke keuze.
Het gevolg is wel dat dit tweerichtingenfietspad moet worden aangesloten op de rotonde. In het verlengde daarvan is gekozen om voor tweerichtingsverkeer voor fietsers op een klein deel van de rotonde. Het resterende deel van de rotonde is eenrichtingsverkeer voor fietsers. Fietsers hebben op de rotonde voorrang; voetgangers zijn niet in de voorrang meegenomen.

Opmerkingen

Bij tweerichtingsfietspaden op een rotonde dient er voldoende ruimte te zijn om het fietspad breder te maken. Dat is hier niet het geval. Het deel van de rotonde met een tweerichtingenfietspad is echt te smal. Als gekozen wordt voor tweerichtingsfietspaden op een rotonde, vergt de vormgeving van het kruispunt extra aandacht: hier bestaande uit een overgang van klinkers naar asfalt met een markering. Daarnaast wordt met een fietssymbool en twee pijlen gewezen op de mogelijkheid van fietsers uit de onverwachte richting. De automobilisten uit de zijstraat worden met borden en markering geattendeerd op de mogelijkheid van fietsers van rechts. Daar is eveneens aan voldaan voor wat betreft het deel van de rotonde met tweerichtingenfietsverkeer. Het aantal conflicten op een rotonde met tweerichtingsverkeer voor fietsers is aanzienlijk talrijker en zijn ingewikkelder: fietsers – fietsers (ook frontaal), fietsers – auto’s (links en rechts), fietsers – voetgangers (links en rechts). Conflicten zijn de voorbodes van een ongeval!

Omdat er op een rotonde met tweerichtingsverkeer voor fietsers minder hiaten in de fietsstromen zijn, zullen bij grote fietsintensiteiten automobilisten een langere wachttijd hebben. Dat gaat ten koste van de doorstroming van het autoverkeer. Het grote probleem op deze rotonde is dat het tweerichtingsverkeer voor fietsers slechts op een klein deel van toepassing is. Fietsers zullen ook op de andere delen gaan ‘sprookrijden’ (kortste afstand), hetgeen voor de automobilisten zeer verwarrend is en tot ongevallen/conflicten leidt. Het is een warrige situatie voor alle verkeersdeelnemers.

Conclusie en advies

Het ontwerp is in de kern een keuze vóór het oplossen van het conflict van de fietsers op de Jan Heijnstraat met de in- en uitrijdende auto’s bij het parkeerterrein van AH ten koste van de veiligheid van de fietsers op de aansluitende rotonde.
De vraag is of binnen deze keuze de veiligheid op de rotonde nog veel verbeterd zou kunnen worden. Wellicht dat een conflictobservatie met de methode Doctor meer inzicht kan geven waar op de rotonde de conflicten plaatsvinden, van welke aard die zijn en hoe ernstig, om vervolgens na te gaan wat er nog verbeterd kan worden.