Een snelfietsroute is een snelle verbindingsweg voor fietsers. Dit speciale type fietspad loopt in het meest ideale geval als een rechte lijn tussen twee economische centra, dat kunnen de steden zijn, maar ook andere brandpunten van activiteit, zoals de Efteling. Verschillende snelfietsroutes samen vormen een netwerk, waarmee (boven)regionaal fietsverkeer gestimuleerd wordt.
De doelgroep voor snelfietsroutes is primair het functionele fietsverkeer, dat wil zeggen mensen die op weg zijn naar het werk, naar school of naar zakelijke afspraken. Ook fietskoeriers rekenen we tot deze groep. Voor deze mensen zijn korte en betrouwbare reistijden vaak belangrijk. Recreatieve fietsers zijn natuurlijk ook van harte welkom op de snelfietsroute. Verschillen in de rijsnelheid van verschillende gebruikers hoeven niet tot problemen te leiden, omdat er voldoende capaciteit is en de meeste fietsers zijn sociale mensen. Hetzelfde geldt voor de aanwezigheid van snorders. Brommers met snelheden boven de 40 km/h zijn niet welkom.
Analoog aan de autosnelweg biedt de snelfietsroute goede mogelijkheden voor hogere snelheden en het behoud van deze snelheid. Deze mogelijkheden worden verzekerd door een goede verharding, overzichtelijke situaties, geen obstakels, voldoende capaciteit en ruime bochten. Deze punten lichten we hieronder een voor een toe [zie ook ontwerpsnelheid].
De snelfietsroute zit ruim in zijn jasje. Er is voldoende ruimte om in te halen. In- en uitvoegend verkeer wordt gefaciliteerd met extra ruimte, zodat mensen die afremmen niet het andere verkeer hinderen. De fietssnelweg behoeft niet overal even breed te zijn. De breedte is afhankelijk van de verwachte drukte en eventueel de mogelijkheden ter plaatse. Wel geldt er een minimale breedte van 2,6 meter voor één rijrichting en 4,2 meter voor een snelfietsroute met twee rijrichtingen.
Het aantal bochten is minimaal. Wanneer er toch bochten noodzakelijk blijken worden deze dusdanig ontworpen en uitgevoerd dat ze met een snelheid van 30 kilometer per uur probleemloos genomen kunnen worden. Dit betekent dat bochten met een boogstraal van minimaal 17 meter noodzakelijk zijn. Bovendien zijn er geen paaltjes, verhoogde middenbermen of andere obstakels te vinden in die bocht.
Kruisingen worden zoveel mogelijk vermeden. Dat kan door een strategische situering van de snelfietsroute, bijvoorbeeld langs het kanaal, langs de kust of tegen een spoorlijn. Een andere bekende oplossing is het vermijden van conflicten door de aanleg van een tunnel of brug voor het kruisende verkeer. Wanneer de kruising van stromen onvermijdelijk is, geldt voor de fietssnelweg de voorrangsregel. De snelfietsroute heeft altijd voorrang.
Goede verlichting maakt het mogelijk om in de late avond of tijdens de wintermaanden het fietspad probleemloos te kunnen gebruiken. Het draagt tevens bij aan (het gevoel van) sociale veiligheid.
De verharding is altijd van hoogwaardig asfalt. Klinkers zijn onvoldoende. Deze verminderen het comfort en kosten de fietser onnodig veel extra energie, bovendien bestaat bij het gebruik van klinkers over langere afstand de kans op RSI. Het wegoppervlak is voldoende stroef en biedt toch weinig rolweerstand. Het oppervlak is egaal. Dat wil zeggen vrij van opgroeiende boomwortels, gaten en putdeksels. Problemen met de aansluiting tussen verschillende verhardingstypes zijn er niet, omdat de verharding van de snelfietsroute altijd doorloopt.
De snelfietsroute is eenvoudig te herkennen als fietssnelweg en vormt ook een geheel. Dit dankzij de bovenstaande ontwerpeisen, kenmerkend design, maar ook dankzij verdere informatievoorziening langs de weg. De snelfietsroute is geen samenraapsel van aan elkaar geplakte weggetjes. Het gaat om een doorlopende verbinding, herkenbaar van begin tot eind.
Route-informatie wordt ruim en voldoende van te voren aangeboden. Dat betekent dat de kleine rode bordjes achter kruisingen niet voldoen. Analoog aan de autosnelweg worden afslagen aangekondigd. Natuurlijk is de herhaling en het formaat zoals we dit zien bij autosnelwegen overdadig en overbodig. Het kan eenvoudiger.
Ook de snelfietsroute kent rustplekken, net als de autosnelweg. Rust is belangrijk op de langere afstanden.
Tot slot is goed beheer en onderhoud van groot belang. Voor de route geldt een bijzonder regime. Bij ijzel, takken op de weg en gaten in het asfalt wordt snel en doeltreffend gereageerd.
Per traject geven we voorstellen voor het gewenste kwaliteitsniveau. Aan de hand van die voorstellen gaat het concept van snelfietsroute mogelijk nog beter leven.
Snelheid op fietsnelweg met ECHT beter gecommuniceerd worden.
Zijn brommers of de nieuwe scooters nu wel of niet welkom en hoe hard mogen ze maximaal ?!?
In Nuenen zijn ze al 30 jaar bezig met de
aanleg van een snelfietspad
Hoe snel is dat
Het is allemaal wat